‘Hoe was Tijs als kleuter?’ vraagt een kennisje aan mij op een verjaardag van een wederzijdse vriendin. Ze kent Tijs pas twee jaar en leest wekelijks mijn blog.
Herinneringen draaien zich, als een film in een versneld tempo, in mijn hoofd af.
Tijs is twee jaar en speelt eigenlijk nooit met auto’s. Geconcentreerd maakt hij lange files van al zijn auto’s. ‘Kijk, mama. De A13’. Ik zie een rechte rij wagens achter elkaar staan. Soms als ik in een plaagbui ben en Tijs waggelt weg, dan kan ik het niet nalaten om één autootje iets anders neer te zetten. Wanneer Tijs weer bij zijn file zit ziet hij direct dat er een autootje ander is neergezet, wordt boos en begint vaak van voor af aan om de rij weer netjes achter elkaar te krijgen.
Hetzelfde doet hij met blokken. Niets mooie gebouwen creëren. Nee hij maakt één hoge toren.
Tijs is een lieve en tevreden baby en kleuter. Hij kan rustig een uur op de grond zitten en om zich heen kijken. Soms heb ik het gevoel dat hij meer ziet dan wij. Hij wijst dan met zijn vingertje naar een plek in de lucht en heeft de grootste lol. Soms is hij bang en schrikt van ‘iets’ dat wij niet zien of horen.
Ons kind heeft regelmaat en veel slaap nodig. Tot kort voor zijn vierde verjaardag slaapt hij nog elke dag tussen de middag.
Op het moment dat Tijs kan praten wil hij precies weten wat we op die dag gaan. Wanneer we dan van de planning afwijken, is hij boos en kan niet goed met het onverwachte omgaan. Dat hebben we ook gemerkt toen we het lumineuze idee hadden om ons kind te verrassen op een dagje Efteling. Een paar uur loopt Tijs onwennig en boos rond. Voor hem dus geen verrassingen meer!
Op de kinderopvang krijg ik regelmatig te horen dat de uitspraak en woordenschat van Tijs wat achterloopt. ‘Tja, hij heeft geen oudere broer of zus waar hij zich aan kan optrekken’, denk ik op dat soort momenten. Dat hij met veel dingen wat trager is heb ik wel door, maar ieder kind heeft toch het recht om alles zoveel mogelijk in zijn eigen tempo te leren?
Tijs is altijd voorzichtig. Schommelen, van de glijbaan af? Alleen wanneer ik of mijn man dicht bij hem zijn. Vaak moeten hem nog aansporen om van de glijbaan te komen, omdat er een flinke rij kinderen achter de glijbaan staat.
Als kind van drie zingt hij het nummer ‘Laat me’ van Ramses Shaffy op zijn manier mee. Wanneer het nummer is afgelopen, roept hij steeds: ‘Nog een keer!’
Mijn moeder ziet al heel snel dat Tijs aanleg voor ritme heeft. In de kinderwagen geeft hij met zijn voeten en handen het ritme van een liedje perfect aan. Mijn moeder roept een keer lyrisch dat haar kleinkind later wel eens een drummer kan worden. Ze heeft gelijk gehad. Tijs drumt nu twee jaar en schijnt best aanleg voor drummen te hebben.
Dat ons kind ooit is weggelopen of dat we hem even uit het oog hebben verloren? Is ons nooit overkomen. Hij houdt ons nauwlettend in de gaten en als het te druk wordt, naar zijn zin, dan voel ik zijn knuist in mijn hand.
Tijs is sociaal en voelt al, hoe klein hij ook is, hoe mensen om zich heen zich voelen. Hij observeert en vraagt dan of diegene zich goed voelt. Ik sta vaak met een mond vol tanden wanneer hij mij een knuffel geeft en vraagt wat er is. Het lijkt of hij dwars door mij en anderen kan heen kijken.
Tijs zoekt altijd jongere kinderen op. Daar voelt hij zich het prettigst bij. Bij oudere kinderen voelt hij zich niet op zijn gemak.
Ik schrik op van een hand op mijn arm. Het kennisje kijkt me vragend aan en wacht geduldig op mijn antwoord. Ik schraap mijn keel en zeg plechtig: ‘Tijs was als baby, kleuter, peuter en nu als tiener een bijzonder en ‘apart’ kind. Lees mijn blog maar over twee weken, daar lees je mijn antwoord’.
We lachen en ik kijk vol genegenheid naar die lange, tienjarige, slungel van mij die wat te drinken geeft aan opa op het feestje van mijn vriendin.