Mijn man en ik zien er allebei ontzettend tegenop om ons kind te moeten vertellen dat hij niet mee gaat naar groep vijf. Wij zijn bang dat als we het niet op de juiste manier brengen, Tijs hier best een behoorlijke knauw aan kan overhouden. Zijn zelfvertrouwen is op dit moment toch al niet zo groot. We nemen allerlei scenario’s door. We willen het zo luchtig mogelijk brengen. Uiteindelijk besluiten we dat mijn man het nieuws in etappes tegen Tijs gaat vertellen tijdens een balletje over trappen. Het lijkt ons echt beter dat ik deze taak niet op me neem omdat mijn emoties nogal zichtbaar zijn. Het is laf van me, maar wat ben ik opgelucht dat mijn man de slecht nieuws brenger wordt.
Ze blijven lang weg. Is dat een goed teken? Ik loop heen en weer en kijk regelmatig uit het raam of ik ze zie lopen. Dan.. wanneer ik even op de bank zit gaat de voordeur open en mijn kind komt met een spectrum aan emoties op zijn gezicht binnen. Wanneer hij bij me staat open ik mijn armen. Hij huilt, hij is boos, hij is verdrietig. Na een tijdje wordt Tijs rustiger en komen de ‘waarom’ vragen. Wij proberen zo eerlijk mogelijk antwoord te geven en de nadruk vooral te leggen op het positieve hiervan: Hij komt in de nieuwe groep bij zijn allerbeste vriendje. Veel kinderen kent hij nog uit groep 1/2. Hij wordt de grootste en oudste van de nieuwe groep, dus een natuurlijk overwicht heeft hij al. Hij blijft bij dezelfde juffen. En het belangrijkste is dat hij niet meer zo op zijn tenen hoeft te lopen. Dat Tijs de leerstof nog een keertje krijgt en het daardoor allemaal makkelijker zal worden.
Tijs wordt rustiger en ik zie zijn gedachten bijna als een draaiende tol door zijn hoofd gaan.
‘Weet de juf het al?’vraagt hij.
Wij knikken.
‘En de kinderen?’
‘Nee’, zeg ik, ‘de kinderen weten het nog niet’.
‘Wie gaat dat dan vertellen?’
Tja; daar zijn we direct beland bij een andere moeilijke opgave.
‘Dat mag jij beslissen, Tijs. De juf kan het morgen in de klas vertellen. Mama of papa kunnen morgen meegaan en dit samen met jou vertellen of je vertelt het morgen zelf aan iedereen.’
Tijs denkt een tijdje na en zegt dan beslist: ‘Ik vertel het morgen zelf!’
Ik slik even iets weg. Ben mijn emoties zo goed de baas gebleven en wil dat nog even volhouden, maar wat ben ik op dat moment trots op mijn zoon.
Opeens denkt hij aan iets. Hij schrikt en zegt dan dat Lotte, zijn beste vriendinnetje in de groep, ook nog niet weet dat hij blijft zitten. Hij begint weer te huilen omdat hij het zo zielig vindt voor Lotte, want met wie moet zij dan voetballen?
Die nacht slapen we alle drie slecht. ’s Morgens vraag ik nog een keer aan Tijs of ik mee zal gaan de klas in om het samen te vertellen, maar mijn kind heeft zijn besluit gisteravond al genomen en komt daar niet op terug.
Zwijgend lopen we naar school. In de gang knijp ik hem nog even in zijn hand. Hij haalt diep adem en loopt de klas in naar de juf.
‘Juf, ik weet het en ik ga het zelf vertellen.’
‘Wat is er aan de hand?’
‘Wat moet je vertellen?’
De kinderen voelen dat er iets is en komen om Tijs en de juf heen staan.
‘Ik blijf zitten,’ hoor ik mijn kind zeggen. Eerst is het doodstil in de klas, daarna beginnen een paar meisjes te huilen. Van alle kanten hoor ik vragen als: ‘Maar waarom dan?’
Jongens, die normaal stoer doen, staan beteuterd in de grote kring die rond mijn kind gevormd is. Ze slaan elkaar en Tijs op de schouders.
Ik voel de warmte, betrokkenheid en eenheid die op dat moment bij alle kinderen overheerst. Terwijl ik alleen in de gang mijn emoties aan het verwerken ben, voel ik opeens een hand op mijn arm. De moeder van Lotte houdt me stevig vast, terwijl bij haar ook de tranen over haar wangen stromen. We zeggen niets en kijken alleen maar naar dit bijzondere tafereel: Kinderen die elkaar en Tijs troosten. Geen leuk moment, maar de puurheid waarop er met dit nieuws wordt omgegaan en de troost die Tijs krijgt zal ik nooit vergeten.