Bij Tijs is alles zwart of wit. De kleur grijs kent hij niet. Tijs moet duidelijke, afgebakende opdrachten mee krijgen. Het liefst één opdracht tegelijk. De eerste weet hij nog wel, maar de andere opdrachten worden niet opgeslagen in zijn hoofd óf hij heeft de opdrachten in zijn hoofd al gedaan en worden vergeten om echt uitgevoerd te worden. Nu we dit weten, kunnen we hierop anticiperen, denken we.
Elke avond moet Tijs douchen. Toch vraagt hij elke avond weer: ‘Mama, moet ik douchen?’
‘Ja schat, zoals elke avond.’zucht ik regelmatig. Wanneer hij de trap oploopt, wacht ik al op de volgende vraag die op tree twee, drie en vier volgen.
‘Wat moet in de was?’
‘Je onderbroek, shirt en sokken,’ roep ik hem na. Op de bovenste tree komt de volgende vraag;
‘Wat moet ook al weer in de was?’
Ik word hier best moe van. Wil dat Tijs ook zelf gaat nadenken en dat hem niet alles voorgekauwd hoeft te worden. Hoe moet dat later dan als hij ooit op zich zelf woont? Ik wil Tijs zo zelfstandig mogelijk opvoeden en hem niet tot op zijn achttiende blijven pamperen. Het is mijn grote schrikbeeld dat onze, nu al, grote en lange slungel tot zijn dertigste bij ons blijft wonen, omdat het wel lekker makkelijk is.
Patrick en ik proberen een systeem te bedenken dat Tijs kan helpen om zelfstandig te douchen, zonder elke avond weer dezelfde vragen om onze oren te krijgen. We denken aan een check lijst die we ophangen in de douche, zodat Tijs kan afstrepen wat ie moet doen. Maar de ene dag moet zijn broek in de was omdat deze vies is, de andere dag is zijn shirt aan de beurt en hij hoeft ook niet elke dag zijn haar te wassen. De check lijst wordt op deze manier niet overzichtelijk. Dus dat gaat niet werken. Omdat Tijs heel erg van de duidelijkheid is en het liefst alles wat hij doet volgens een vast patroon aanpakt, hebben we dé oplossing gevonden. Denken we.
Elke avond moet alles in de was en op de dagen dat Tijs voetbalt (maandag, woensdag en zaterdag) wast hij standaard zijn haren. De eerste avonden na deze ingestelde regel vraagt Tijs nog op tree vijf en zes of écht alles in de was moet. Wanneer hij op de laatste tree belandt is, roep ik al ‘Nee, je hebt niet gevoetbald vandaag ’, want dan komt de vraag of zijn haren gewassen moeten worden.
Na twee weken wordt het een gewoonte. We zijn trots op onze genereuze oplossing en we zijn trots op Tijs die zonder onze hulp en zonder te vragen zijn gedragen kleding in de wasmand doet, schone kleding pakt voor de volgende ochtend en zelfstandig douchet.
Dan gaat er iets mis op de voetbaltraining. Tijs verrekt zijn achillespees en is een paar weken uitgeschakeld. Op een avond zit hij gezellig tegen me aan op de bank. ‘Jeetje,’denk ik, ‘wat ruik je sterk!’ Ik probeer onopvallend erachter te komen waar de lucht vandaan komt. Het zit niet in zijn shirt. Het is ook geen zweet lucht. Ik krijg visioenen van natte honden. Dan weet ik waar de walm vandaan komt: Zijn haar!
Een bang vermoeden maakt zich van me meester.
‘Wanneer heb jij je haar voor het laatst gewassen?’
Tijs kijkt me verbaasd aan: ‘Na de voetbaltraining toch!’
‘Welke voetbaltraining?’, vraag ik voor de zekerheid.
‘Toen mijn achillespees pijn deed. Hoezo?’
Ik reken snel uit dat dit twee weken geleden was.
‘Heb je er niet over nagedacht om je haar eens te wassen vorige week?’ vraag ik geschrokken.
‘Nee’, zegt Tijs en ik zie aan zijn ogen dat dit idee ook écht niet in zijn hoofd is opgekomen.
‘Hoezo niet?’
‘Ik moet toch alleen mijn haar wassen na het voetballen?’
Aan de eettafel, achter de computer, zie ik de schouders van Patrick bewegen. Dan hoor ik een ingehouden snik. Daarna is het hek van de dam: De tranen stromen ons over de wangen. We kunnen niet meer stoppen en mijn buik doet zeer. Tijs kijkt ons eerst verbaasd aan en begint dan mee te lachen. Hij vindt het ook wel een bak dat zijn haar twee weken niet gewassen is. Patrick en ik beseffen allebei dat we nog heel veel moeten leren hoe we met ons beelddenkertje om kunnen gaan. Maar wat is het fijn om dit leerproces met zijn drieën met humor aan te gaan!