Tijs zat nog in de kinderwagen toen mijn moeder opmerkte dat hij een groot ritme gevoel had, want bij elk nummer dat ze lopend achter de kinderwagen zong tikte haar kleinkind met zijn handen en voeten het ritme feilloos mee.
‘Hij wordt nog eens een bekende drummer hoor!’ zei ze toen gekscherend.
Pas jaren later denk ik aan deze woorden van mijn moeder terug. Wij merken namelijk ook dat muziek iets teweeg brengt bij Tijs. Hij kan heel vrolijk worden van funky muziek, maar hij kan ook écht luisteren naar rustige en gevoelige nummers. Het lijkt wel of hij dan letterlijk in het liedje zit. Ook zien wij dat zijn handen en voeten altijd bewegen op het ritme van een liedje. Hij zit er nooit naast.
Tijs begint er zelf over. We kijken naar een concert van Coldplay op tv en wanneer de drummer aan zijn solo begint, zit Tijs op het puntje van zijn stoel te genieten en mee te drummen met denkbeeldige drumstokjes in zijn hand op zijn denkbeeldige drumstel: zijn knieën en kussens.
En zo gebeurt het dat Tijs een paar weken later een aantal proeflessen drummen krijgt. Na twee lessen krijgen wij van Sarah, zijn lerares, te horen dat ons kind een natuur talent is. Hij pakt het allemaal heel snel op en drumt intuïtief. Ik zie dat Tijs ook heel veel plezier heeft wanneer hij achter het drumstel zit. Hij geniet volop en is met zijn gedachten helemaal bij het hier en nu en niet bij straks of later.
We gaan overstag en kopen een elektrische drumstel met koptelefoon.
Uiteraard bestaan de lessen niet alleen maar uit rammen op de high hat, maar ook uit theorie. Je hebt hele noten, halve noten, kwart noten, achtste noten, zestiende noten (twee zestiende noten duren even lang als een achtste noot, vier zestiende noten duren even lang als een kwart noot). Daarnaast heb je een hele rust, halve rust, kwart, achtste, zestiende, 32ste en 64ste rust.
En hoe leg je dit uit aan een kind dat beelddenker is? Een kind dat de grootste moeite heeft met rekentafels. Die echt niet ziet dat als een pizza in vieren verdeeld is en je pakt één stukje, je dus ¼ deel van een pizza in je handen hebt?
Ik zie Tijs steeds kleiner worden achter het drumstel. Zijn schouders gaan hangen. Een lichte paniek weerspiegelt in zijn ogen. Sarah ziet het ook en zegt: ‘Ik moet dit vertellen. Je moet weten dat er allemaal soorten noten bestaan. Doe er nu mee wat je wilt. Voor mijn part gooi je de informatie daar in die grote prullenbak. Ik zal het nog heel vaak uitleggen en we zien wel wanneer de prullenbak vol is.’ De blik van Tijs gaat naar de prullenbak en ik zie hem in gedachten alle informatie, hup in één keer, weggooien.
Een tijd later moet Tijs een groove (ritme regel) thuis oefenen. Hij moet de noten en rusttekens op de notenbalk kunnen lezen. Dus of er een hele, halve, zestiende noot staat en welk rustteken er bedoeld wordt. Met grote tegenzin gaat hij naar drumles. Uiteraard bakt hij er helemaal niets van en Sarah vraagt of Tijs wel geoefend heeft. Met tranen, van onmacht, in zijn ogen vertelt Tijs dat hij echt niet ziet wat er staat, maar hij kan het wel zonder fouten spelen. En voordat Sarah kan reageren drumt mijn kind de groove in één keer goed. Hij speelt de juiste noten die op de notenbalk staan. Hij houdt bij de rusttekens de juiste tellen rust. Wanneer Tijs de groove drie keer achter elkaar foutloos gespeeld heeft, zegt Sarah: ‘Weet je, er zijn genoeg muzikanten die geen noten kunnen lezen, maar het alleen kunnen voelen. Dat zijn de beste drummers. En jij bent er zo één.’
Dank je wel Sarah, dat je de juiste snaar geraakt hebt bij mijn beelddenkertje. Mijn kind dat zoveel plezier heeft met drummen, die zich helemaal kan verliezen in muziek en die, naast deze gave, zoveel andere talenten heeft. Talenten die mijn kind jammer genoeg nog niet ziet. Het scheelde niet veel of Tijs had die middag, boven op alle noten en rusttekens, zijn drumtalent in de grote prullenbak weggegooid.