Juf en ik hebben een intensief mailcontact. Wat is zij betrokken bij het ‘anders’ leren van Tijs. Vaak krijg ik nog een mail van juf op vrijdagavond, waarin ze mijn vragen beantwoord of zelf met vragen komt. En dat vind ik zo tof aan juf. Ze laat merken en voelen dat ze oprecht geïnteresseerd is in Tijs.
Op de dagen dat deze juf les geeft zie ik een blij en opgewekt kind. Juf heeft namelijk de gave om op de juiste momenten een (leer)spelletje te doen waardoor de kinderen lol hebben, even stoom kunnen afblazen én niet in de gaten hebben dat ze er ook nog iets van opsteken. Ook haar inlevingsvermogen heeft groot effect op Tijs, maar ook op mij.
Dan krijg ik een mail van juf of ik langs kan komen. Ze wil iets bespreken met me. Ik schrik, want ik heb nét het gevoel dat alles soepel verloopt.
Wanneer ik, op mijn hoede met mijn armen over elkaar, tegenover haar zit schiet juf in de lach.
‘Met Tijs gaat alles goed hoor. Anders had je het allang gehoord. Hadden we toch afgesproken?’
Ik knik en baal een beetje dat ik aan haar heb getwijfeld.
‘Ik heb eens nagedacht over alle informatie die ik van jou gekregen heb over beelddenken. Vooral de informatie speciaal voor leerkrachten over een visueel ingestelde leerling is erg interessant. Wanneer je over beelddenken vertelt doe je dat met zoveel enthousiasme en passie. Wat zou je ervan vinden om hier op ‘De Bonte Tol’ voor alle leerkrachten een presentatie te geven over beelddenken?’
‘Oh, wat gaaf!’ roep ik direct, terwijl onderwerpen, praktijkvoorbeelden en filmpjes als een flipperkast door mijn hoofd schieten. Tegelijkertijd voel ik een kriebel in mijn buik. Want het lijkt me doodeng om een presentatie te geven. Ik zal uit mijn comfort zone moeten stappen om iets te doen wat ik nooit gedaan heb. Kan ik voor een groep mensen mijn verhaal vertellen? Kom ik duidelijk over? Lukt het me om de aandacht vast te houden? Lukt het me om überhaupt een presentatie in PowerPoint te maken?’
Juf ziet mijn emoties en twijfels. Ik heb geen pokerface. Af en toe best lastig, maar aan de andere kant weet iedereen die tegenover me zit wel hoe ik mij daadwerkelijk voel.
‘Als je het prettig vindt, mag je altijd met me sparren hoor! Maar ik weet gewoon dat het je gaat lukken. Je bent zo betrokken bij het onderwerp.’
‘Wie zullen er dan bij zitten?’ vraag ik.
‘Alle leerkrachten, I.B.-ers en de directrice.’
En dan wordt de kriebel in mijn buik heftiger. Er zullen veel leerkrachten naar mijn verhaal luisteren die ik ken. Die ik een jaar lang gebombardeerd heb met mijn tips. Leerkrachten die mij geheid lastig gevonden hebben.
Toch overheerst mijn enthousiasme. En alle beren die weer eens op de weg verschijnen, probeer ik te negeren. We plannen een datum. In de eerste week van het nieuwe jaar. Wat een spannend begin van 2016. Ik heb dan zes weken om mij de presentatie eigen te maken. Vol energie kom ik thuis.
Tijs kijkt me verbaasd aan als ik vertel wat juf mij gevraagd heeft.
‘Jíj? Ga jíj aan de juffen en meesters les geven? Dat heb je nog nooit gedaan.’
En bedankt voor het vertrouwen en de opbeurende woorden meneertje, denk ik: ‘Eén keer moet toch de eerste keer zijn? Zeg ik.
‘Vind je het niet eng dan?’ vraagt Tijs.
‘Ja, doodeng!’ zeg ik naar waarheid. Ik vond de spreekbeurten vroeger afschuwelijk. Stond met kramp in mijn buik voor de klas mijn verhaal, dat ik in mijn hoofd gestampt had, op te dreunen.
‘Waarom doe je het dan? Moet het van de juf?’ vraagt Tijs.
‘Juf vroeg het aan me. Ze denkt juist dat ik het wel kan, omdat ik zoveel over beelddenken weet. Ook dankzij jou.’ Zeg ik en knijp Tijs even speels in zijn arm.
Mijn zoon is even stil. Denkt na: ‘Moet ik je helpen, mam?’
Ik knuffel mijn kind: ‘Je mag me helpen met de PowerPoint. Daar weet ik echt niets van af.’
Zijn ogen glimmen: ‘Kom op, mam. Gaan we direct kijken naar een leuke presentatie.’
Voor ik het weet zit ik met mijn 11-jarige zoon achter de laptop . Vrij snel hebben we een degelijke, maar ook stoere en grappige basis voor de presentatie. Ik heb een presentatie met animaties en overgangen waarvan ik het bestaan nooit geweten heb.
De volgende stap is de presentatie uitwerken en bedenken wat ik er allemaal mee wil vullen. Dat wordt een grote uitdaging omdat ik zoveel wil vertellen, zoveel duidelijke praktijkvoorbeelden heb om de leerkrachten te laten ervaren en zien wat ‘typisch’ beelddenken is. Een ‘andere’ manier van lesstof opslaan en soms woorden en zinnen letterlijk nemen. De eerste twee zinnen horen en daarna zo afgeleid zijn door alle beelden die door het hoofd razen, dat de rest van het verhaal al niet meer gehoord word. Laat staan de oefening die er bij hoort. Woorden niet goed kunnen spellen, slordig lezen, moeite met tafelsommen, moeite met automatiseren van sommen. Niet goed kunnen klokkijken. Ik ben bang dat ik een dag nodig heb om mijn verhaal te kunnen vertellen.
Wanneer mijn man thuis komt, barst ik nog steeds van de energie. Ik ben hyper door alle ideeën en beelden die door mijn hoofd schieten. Morgen ga ik als eerste een lijst maken met de onderwerpen. Dan zal het hyper gevoel over zijn. Maar eerst geniet ik nog even van mijn energie boost.